Wanneer de overledene (de erflater) geen testament of huwelijkscontract heeft opgemaakt, wijst de wet de erfgenamen aan. Erven gebeurt immers niet zomaar willekeurig, maar in een welbepaalde volgorde.
De wetgever heeft een rangschikking opgesteld en de erfgenamen ingedeeld in vier orden volgens hun bloedverwantschap. Een hogere orde sluit een lagere steeds uit. De rangschikking ziet er als volgt uit:
Binnen de orde bepaalt de graad of men al dan niet erft. In rechte lijn zijn er zoveel graden als er generaties zijn tussen de personen.
bv. tussen ouders en hun kinderen is er één generatie. Zij staan dus tot elkaar in de 1ste graad.
bv. tussen grootouders en kleinkinderen telt men twee generaties. Zij staan tot elkaar in de 2de graad.
In de zijlijn bepaalt men de graad via de gemeenschappelijke stamouders. Men telt de generaties vanaf de overledene tot de gemeenschappelijke stamouder (bv. ouder, grootouder,…) in opgaande lijn. Vanaf deze stamouder daalt men vervolgens af tot aan de erfgenaam.
bv. Een zus is een bloedverwante in de 2de graad.
bv. Twee neven staan tot elkaar in de 4de graad. Er wordt dus geteld via ouders, respectievelijk grootouders (gemeenschappelijke stam).
Neem dan contact op met uw Notaris!